Wist u dat… het een raadsel is waar snert ofwel erwtensoep zijn oorsprong vandaan heeft? Er zijn verscheidene bronnen die ieder wat anders beweren. Toch is er een lijn in de geschiedenis van snert te ontdekken. Het begon namelijk met de erwt.
De erwt bestaat al sinds de klassieke wereld (het oude Griekenland en de Romeinse wereld, in de periode 550 v. Chr tot 1000 n. Chr.) Daar aten ze alleen gedroogde erwten, waar veelal erwtensoep van gemaakt werd. In Griekenland noemden de bewoners deze erwtensoep ‘pisinon entos’ of ‘konkhos’.
Eenvoudig verbouwen van erwten
Verse erwten kunnen ook prima gegeten worden: hier kwam men pas in de zestiende eeuw achter toen de erwt zijn intrede deed in Europese landen als Engeland, Frankrijk en Nederland. De erwt was eenvoudig te verbouwen en ook gedroogd lekker en lang houdbaar. In Nederland werd de snert bereid ná de slacht. Voor het vlees in de erwtensoep werd gebruik gemaakt van de poten en kop van varkens en runderen, wat eigenlijk het slachtafval was. Uit pure armoede werden de slechtere stukken vlees gebruikt, omdat de rest van het vlees voor de handel bestemd was. Het maakte overigens dat de soep nog steeds prima smaakte.
Snert als echte opkikker
Een eenvoudige, doch voedzame maaltijd, die bij koud en winderig winterweer de gelederen snel opwarmt. En dat was vroeger zeker nodig, door de strenge winters. Deze winter heeft u dit ook kunnen evenaren. Misschien heeft u de schaatsen uit het vet gehaald en de lokale koek en zopie-tent bezocht om even uit te rusten en een kommetje warme erwtensoep te nuttigen, voordat u weer verder ging schaatsen.
De snert, volgens Nederlands recept, is pas echt goed, als de lepel er rechtop in blijft staan en is zo dik dat deze bijna niet meer op soep lijkt. Traditioneel gegeten met roggebrood en katenspek, behoort deze maaltijdsoep tot de echte klassiekers in de Nederlandse keuken.
Voor meer snert, zie onze Facebookpagina.